Routebeschrijving

Voor mij, Ivan, was het besluit om in 2006 opnieuw naar Corsica te gaan, en daar de gemiste etappes van oktober 2005 af te werken, snel genomen. De combinatie van het trekken met een rugzak, de natuur en de fysieke inspanningen trokken me ongelooflijk aan.

Een periode werd vastgelegd, 2de week van oktober, van zaterdag naar zaterdag. Vliegtuigtickets werden gekocht via het internet bij Jetairfly die van op Zaventem vertrekken.
Voor onze uitrusting, alle andere benodigdheden en het voedsel maakte ik gebruik van onze ervaringen van vorig jaar. We hebben dit alles verzameld op deze website onder voorbereiding.

Het plannen van de etappes was bijna klaar, GR20 van Calenzana naar de refuge de Tighjettu en via Albertacce over de Mare a Mare Nord naar castel di Vergio, toen ik op de kaart zag dat de hoogste bergtop in Corsica, de Monte Cintu met 2706 meters, wel eens de uitdaging kon worden. Veel info had ik niet maar de uitdaging prikkelde mijn fantasie, dit was het.
Olivier, een vriend die vorig jaar had meegewandeld in Corsica heeft een werkcollega die Corsica goed kent. Hij zei ons dat het een zware klim was, dat refuge de l’Erco, een slaapplaats aan de zuidkant van de Mont Cintu in goede staat is, en dat we deze etappe buiten de GR20 enkel mochten doen als het goed weer was, dat was heel belangrijk. Ga niet naar de top als deze in de wolken zit, zei hij uitdrukkelijk.

Dus ik maakte volgende planning:

  • Zaterdag: Vlucht Brussel – Ajaccio + transport naar Calenzana
  • Zondag: Calenzana – Ortu di u Piobbu
  • Maandag: Ortu di u Piobbu – Carozzu
  • Dinsdag: Carrozzu – Ascu Stagnu ( Haut Asco )
  • Woensdag: Ascu Stagnu – l’ Erco (over de Monte Cintu)
  • Donderdag: l’ Erco – Albertacce
  • Vrijdag: Albertacce – Verigo (Mare a Mare Nord)
  • Zaterdag: Verigo – Ajaccio

Bij minder goed weer zouden we woensdag niet naar de Monte cintu gaan maar de GR20 volgen richting refuge de Tighjettu. Van dan af was het aftellen naar 7 oktober ’06.

De verder voorbereiding liep analoog met deze van tocht in 2005, en kan je eens lezen op andere pagina’s op de deze website. Daar vind je ook links die je kunnen helpen om meer te weten te komen over Corsica.


Hieronder staan links naar de 6 etappes die we hebben gepland. De informatie in deze pdf bestanden is een vertaling uit de TOPO-GUIDE: A travers la montagne Corse.

We starten in Castellu di Vergio, op een variante van de Mare a Mare Nord naar Albertacce, over de Monte Cintu naar d' Ascu Stagnu en op de GR20 verder Noordwaarts naar Calenzana.

Dag 1

We nemen afscheid van onze partners en kids en zoals steeds bij een afscheid zijn er menig kroppen te vinden in de respectievelijke kelen. Uitgedost in ons wandeloutfit wacht ons bij de controle een eerste grimas, een lachende grimas welke we de volgende dagen in de bergen wel al eens anders zullen zien en dit gezien we de ervaring van vorig jaar nog in onze gedachten dragen.
Niettegenstaande we ons deze morgen allebei in de zelfde soort wandelschoenen hebben gehesen blijken die van mij een metaaldetector te doen tilt slaan. Het komt even in mij op om gefouilleerd te worden door een playmate of the year maar laat die gedachte al lachend vallen eens ik die grompot van 60j naar mij teken zie doen.
Wolken, turbulentie en een kleine 2uren later landen we op de luchthaven van Ajaccio. Raar hoe een brein zich alles herinnert ook al is het reeds een jaar geleden dat je hier voet aan wal stak. Ik zie de tafeltjes staan waarop we vorig jaar, in afwachting van onze vlucht, de ‘kaartkampioen’ hebben gevierd en waar we onze thuisblijvers op de hoogte hielen van onze terugvlucht. Nu, kaarten zal er deze keer niet inzitten daar we maar met 2 zijn. Na de vlotte bagage afhaling wenden we ons tot de eerste taxi chauffeur die ons pad kruist.

Onze 6daagse wandelroute is gepland vertrekkende van Calenzana naar Castell du Virgio. We vernemen echter dat een taxirit naar Calenzana 4uur duren zal en maar liefst 450euro zal kosten! We vinden dit vrij veel en besluiten te overleggen of een andere manier soelaas brengen kan. Ivan, die trouwens net als vorig jaar alles keurig heeft gepland en uitgestippeld komt met het voorstel om de tocht omgekeerd aan te vatten. Daar er in Calvi een trein is die ons terug brengen kan naar Ajaccio besluiten we ons door de taxi in Castel Du Virgio te laten afzetten welke eigenlijk ons eindstation zou zijn. Die rit zou maar 1u45min. duren en zou ons 220euro kosten. Onze rugzakken worden in de koffer gelegd en ons avontuur is gestart!! Na menig maal groen geworden te zijn door de kronkelende bergwegen en het vlot rijden van de chauffeur komen we omstreeks 17u aan in het ski-station Castel du Virgio.

Daar we vorig jaar hier ook al vertoefden wisten we hoe alles verlopen moet. We nemen de gitte en 1/2pension en betalen 30euro/pp (13€ voor slapen en 17€ voor half pension). Samen met 7andere stappers schuiven we omstreeks 19u aan tafel voor de warme avond maaltijd. We krijgen uiensoep voorgeschoteld waardoor we beiden aan het lachen gaan, de aanstootgevende kracht van uien op de darmflora sterk indachtig houdend J. De soep wordt gevolgd door ravioli en plots zegt iets me dat we vorig jaar eigenlijk het zelfde geserveerd kregen!!! We verdenken de uitbaters ervan maar één avondmaal te kennen. Na de hoofdmaaltijd kwam er voor ons een gekend dessert want je raad het al….ook dit was hetzelfde als vorig jaar!! Een droge koek met 2 pêche’s.
We gaan omstreeks 22u slapen want morgen begint het echte werk.

Dag 2

08/10/06, 07u00

Het is wat wennen om de juiste draai te vinden met het wegbergen van onze spullen. Na ons ontbijt staan we omstreeks 08u00 gepakt en gerug-zakt klaar om de tocht naar Calacuccia aan te vangen. We nemen de -mare a mare nord- wandelroute welke ons in een schitterend kastanjebos brengt gevolgd door een dicht begroeid dennenbos, een aangename afwisseling in de natuur welke zo typisch is voor Corsica. Het zicht door de bomen wordt mooi belicht door de stralende zon.

Rond 12u is het reeds 20graden en we denken beiden aan vorig jaar toen we een heel zware tocht in de mist en kou moesten volbrengen. De geuren en kleuren in die bossen zijn onbeschrijfelijk mooi en het pad is vrij makkelijk al is dit een woord die eigenlijk nooit van toepassing is op de Corsicaanse wandelroutes. Omstreeks 14u komen we aan in Calacuccia om vast te stellen dat de gite d’etappe aldaar reeds is gesloten sinds eind september. We raadplegen onze kaart en besluiten naar Albertace te stappen. Een 45tal minuten later arriveren we in de gitte d’etappe van Albertace.
We hebben geluk dat die nog open is en we plaatsen ietwat later onze rugzak op het zelfde bed waar we vorig jaar in hebben geslapen. Albertace was vorig jaar onze eindbestemming en alles is hier nog hetzelfde, van de kamers tot de keuken en douche ruimte tot de hond en koe die je verwelkomen eens je een voet zet in de pittoreske straatjes.

Na een warme douche besluiten we de 2 cafeetjes eens een bezoekje te brengen om aldaar vast te stellen dat ook daar, van uitbaters tot meubilair, niets is veranderd. Ongelofelijk hoe onze hersenen alles herkennen ook al ben je er maar één keer geweest en is het al een jaar geleden!! Tijdens ons avondmaal maken we kennis met een vrouwelijke stapster uit Zwitserland en een Deens koppel die op huwelijksreis is. Ivan en ikzelf ervaren hoe gemoedelijk het praten is met zielsgenoten. De mensen die je hier tegenkomt zijn hier voor dezelfde reden nl, genieten van de natuur, ontlopen van onze dagelijkse ratrace en het verleggen van grenzen op fysische en mentale manier.
We voelen ons groentjes want met veel belangstelling aanhoren we hun verhalen van over de hele wereld en voelen beiden veel respect voor het koppel die al de spreekwoordelijke ‘tram 60’ hebben bereikt maar die zo jong van geest zijn en die dezelfde bergen overgaan als wij. Rond 21u30 besluiten we te gaan slapen.

Het was niet echt een zware tocht vandaag als je naar de hoogte verschillen kijkt maar het was een vrij lange tocht en ons doorzettings vermogen werd danig op de proef gesteld door de gesloten gitte d’etappe in Calacuccia waardoor we onvoorzien naar Albertace moesten terugstappen.

Dag 3

09/10/06, 07u10

Ivan roept me op door met zijn petz-lamp in mijn ogen te schijnen. We kijken elkaar aan en voelen beiden wat onze spieren duidelijk maken; stram en stijf!! Rond 08u00 binden we onze bottines aan en starten we met veel moed de etappe naar refuge de L’erco welke op 1667m ligt.
Onderweg vertelt Ivan mij dat we ons op 860m bevinden. Ivan heeft zich een hoogtemeter aangeschaft welke wij beiden aan elke stapper in dit gebied kunnen aanraden. Na een uurtje stappen zien we links van ons het gebergte opdoemen. We moeten duidelijk nog acclimatiseren want we staan beiden versteld van de immense bergen die rustig baden in het felle zonlicht.
Links van ons zien we de cinq –fréres, een berg die lijkt op een in vijf stukken gesneden brood en welke we vorig jaar ook al mochten bewonderen. Eens de asfaltweg te hebben verlaten komen we voor het eerste dit jaar in contact met het van stekels voorziene struikgewas en steeds groter wordende kiezelstenen. Na een uurtje stappen zijn die kiezels gegroeid tot heuse rotsblokken van een paar meters omvang en zijn de eerste klimpartijen een feit.
De steile hellingen doen onze hartslag stevig omhoog gaan waardoor we een kleine pauze inlassen.
We halen de kaart er nog eens bij en bekijken stiekem de tocht van morgen, de tocht waarvoor we naar hier gekomen zijn. Rechts van ons zien we de bergerie de Petra Pinzuta liggen waardoor we weten dat we niet zo lang meer moeten stappen.
Na wat drinken en eten laten we de bergerie rechts van ons en starten de afdaling naar refuge de L’erco. De refuge ligt in een dal welke omringd is door een rotsgebergte om u tegen te zeggen.

We zijn blijkbaar de eerste stappers die aangekomen zijn en ervaren hoe het is om een lege refuge aan te treffen. Links bevind zich het slaapgedeelte welke uit een 10tal matrassen bestaat. Rechts een heel miniem uitgeruste kitchenette met centraal geplaatst een tafel met Zweedse bank. Er is een houtkachel aanwezig en de gasvoorraad is voldoende al stellen we vast dat er geen elektriciteit is.

De zon staat hoog aan de hemel en we besluiten te zonnebaden aan de waterbron iets verder op. Ik heb last van een stekende pijn in mijn linkerknie en besluit deze onder te dompellen in het ijskoude water zodoende een ontsteking te voorkomen. Door de aangename warmte(22graden) en vooral de stilte die er heerst, vallen we beiden in een kort hazen slaapje.
Rond 16u gaan we terug naar de refuge alwaar we een soepje nuttigen.
Om de tijd te doden spelen we zeeslag en mastermind.
Daar er geen elektriciteit aanwezig is en daar morgen de zwaarste etappe op het programma staat begeven we ons om 21u10 naar de bedstede.

Dag 4

10/10/06, 07u00

Ik verdenk Ivan er van stiekem te hebben gedroomd van de Monte Cinto want bij het opstaan om 07u00 stel ik vast dat hij zijn rugzak al aan heeft.

Na een stevig ontbijt bekijken we de laatste maal de kaart. We lezen beiden: “Monte Cinto 2706 meter”

Met een stralende zon, uitgeruste lichamen en volle moed vangen we de etappe aan.

Direct worden we getrakteerd op een steile klim en….dat is wat we veel zullen doen vandaag, klimmen!

Het is niet te geloven hoe hoog je reeds bent geklommen na amper een uurtje stappen(lees klimmen). Refuge L’Erco wordt steeds kleiner en we zien zelf het meer van Albertace en het aanpalende dorpje liggen. Het uitzicht…je kunt het gewoon niet beschrijven. De stilte die er heerst, is een stilte die we beiden ervaren, ook tegenover elkaar want buiten onze ademhaling horen we beiden niets en voelen we aan waarom dit ons beiden zo een fantastisch gevoel geeft. Op hetzelfde moment richten we ons hoofd op om –ergens- de top te kunnen waarnemen waarna we onze tocht verder zetten. Het stapwerk gaat over in klimwerk. Rotsblokken met een omvang van 2meter volgen elkaar gretig op. Ze liggen op zo een manier dat je ze reuze trappen noemen kan al is het enige verschil hier dat je er op moet klauteren in plaats van stappen. Het is loodzwaar enerzijds door het klauteren met een 15kg wegende rugzak anderzijds door de stekende zon. “Het moet de warmste dag van de week zijn” riep ik Ivan toe al weten we beiden dat de inspanning die we aan het leveren zij de grootste oorzaak is. Rond 11u50 zien we de top liggen rechts boven ons. We zien een houten kruis en…wandelaars! 10 minutjes later staan we oog in oog met het mooiste uitzicht die een mens dromen kan. Een licht briesje streelt onze aangezichten zodat er heel eventjes niets moet gezegd worden.

We maken kennis met de 2 individuen die rustig aan het eten zijn. Al vlug vernemen we dat het doorwinterde stappers zijn die menig malen in de Rocky Mountains hebben vertoefd daar ze geboren en getogen zijn in Colorado. Vandaag zijn ze vertrokken vanuit Haut Ascot om na de top te hebben bereikt terug te keren naar het skistation daar. De twee Amerikanen van om en bij de 65j zijn op een wereldreis per fiets. Ze hebben hun fiets in Frankrijk achter gelaten om per boot naar Corsica te komen zodoende de Monte Cinto op hun palmares te kunnen bijschrijven. We vernemen dat ze hier nog enkele dagen verblijven om daarna hun wereldreis vanuit Frankrijk verder te zetten. Petje af en stiekem droom ik weg daar het me ook wat zegt om later iets insgelijks te ondernemen. Wij vullen onze brandstoftank goed aan terwijl we de politieke toer opgaan met het Amerikaans koppel. Na onze namen te boekstaven in een schrift die op de top te vinden is vatten we samen de afdaling naar refuge Haut Ascot aan welke op 1422meter ligt. Daar de afdaling aan de NW-kant geschiedt, zullen we de ganse tocht in de stralende maar hete zon moeten afwerken. De terugweg is zwaar en we stellen na een uurtje stappen vast dat we te weinig water hebben meegenomen. De loodzware tocht en vooral het feit dat we de hele dag in de zon lopen heeft ons waterverbruik doen verdubbelen. Het is 14u00 als we besluiten een pauze in te lassen om wat te drinken en te eten. De Amerikanen zijn ook van de partij en vertellen hen over ons water tekort. Zij hebben de beklimming in de schaduw kunnen voltooien waardoor ze hun overschot aan ons schenken. Tjonge jonge….ik vermeld hier nog eens die sympathie en eensgezindheid onder de stappers!!! We stappen verder al is het nu meer naar beneden schuiven dan stappen!! De bergwand is steil maar de rotsblokken hebben plaats gemaakt voor losse kiezels die je grip minimaliseert waardoor je soms 2meter naar beneden schuift. Leuk maar…vermoeiend en gevaarlijk daar de afgrond van enkele tientallen meters nooit ver weg is. Na enige tijd stellen we vast dat de Amerikanen niet meer te bespeuren zijn en…dat het enige tijd geleden is dat we nog een rode markering hebben gezien. Enige schrik overvalt ons, vooral om dat we beseffen dat we zeker een kwartier de verkeerde weg zijn opgelopen. In de verte zien we het Amerikaans koppel verder dalen en menig vloek wordt uitgebriest. De moraal wordt stevig aangetast daar we een kwartier moeten terugkeren en dat we terug moeten klimmen, om daarna terug dezelfde meters te dalen, zij het via het juiste pad.(lees veiligste)

Eens de Monte Cinto terug is afgedaald bevinden we ons in een weidse vlakte met voor ons een bos. We zijn maar al te blij vast te stellen dat er in de verte een brug is waar we over moeten. Die brug toont aan dat er een riviertje zal zijn wat ons de mogelijkheid geeft wat water te tanken daar we opnieuw zonder zitten. Karakter en gedrevenheid gecombineerd met schitterende uitzichten en de overwonnen berg achter ons latende, werken als een drug op ons lichaam om de tocht verder te zetten. Als op een soort automatische piloot nemen we het slingerende pad in het bos om rond 17u15 in Haut Ascot aan te komen. We zijn deze morgen vertrokken omstreeks 07u45 om 9u30 later, vermoeid aan te komen!

Het skistation is vrij modern en opgedeeld in een refuge (onderaan het restaurant en bar gedeelte) en een hotel dat ietwat verder tegen de bergwand aan leunt. We betalen 7euro voor de overnachting. De refuge is niet te vergelijken met wat men kent in de bergen. Er zijn maar liefst 6 moderne douches, 20 stapelbedden met versgewassen lakens en een hoofdkussen, een super uitgeruste keuken en aparte tafels en stoelen. Daar we ons avontuur, door de dure taxi in Ajaccio , omgekeerd hebben moeten aanvangen moeten we plannen hoe en wanneer we van Calvi naar Ajaccio kunnen geraken. Ivan belt naar het station van Calvi en krijgt te horen dat er op zaterdag een trein vertrekt om 07u20 om in Ajaccio te arriveren rond 13u. We gaan moe maar tevreden slapen omstreeks 21u00

Dag 5

11/10/06, 07u15

Vandaag is het een stevige klim naar refuge de Carrozzu. De refuge zelf ligt op 1270 meter maar we moeten eerst een bergkam over die op 2148meter ligt. Dat wordt dus stevig klimmen.

We vertrekken rond 08u30 en de eerste stappen gaan moeizaam. Het pad slingert, tussen een dicht begroeit bos, van links naar rechts om ons op korte tijd al enkele tientallen meters hoger te brengen. Ivan heeft de tocht van gisteren slecht verteerd en wordt al vlug op zijn spreekwoordelijke adem getrapt. Het verlagen van het tempo maar vooral zijn karakter en kennis doen hem in zijn eigen tempo belanden zodat hij de rest van de dag genieten kan want ja, dat is het wel GENIETEN!
De zon is voor de 5de dag op rij aanwezig waardoor de verschillende kleurschakeringen in het bos je meerdere malen doet genieten van de kleurenpracht. Sommige bomen lijken wel fluorescerend te zijn alsof er iemand met een stift elk blad heeft beschilderd. We beseffen dat de thuisblijvers ongelijk hebben gekregen. Eens het bos uit worden we door een immense rotsmassa omgeven. Alles is grotesk zodat we ons heel even nietig voelen. De beklimming mag echt wel letterlijk genomen worden!! Eens de kam over nemen we rustig de tijd om onze honger naar energie te stillen en de dorstige te laven. De afdaling wordt even later ingezet en we merken, ook al is die afdaling niet echt steil maar eerder zachtjes aan, dat er her en der kettingen zijn aangebracht. De rotswanden bevinden zich op onze linkerzijde en menig mens zal kippenvel krijgen bij het in de diepte kijken aan onze rechterzijde. Enkel een richel van ongeveer 1meter scheidt ons van tientallen meters diepte. We beseffen het nut van die kettingen ten volle en houden ons ietwat verkrampt aan deze vast. We begrijpen elkaar bij het luidop denken van: “wat als het moest geregend hebben en glibberig of mistig zijn?” Met de hangbrug van Spasimata in het vizier verdringen we al vlug onze plots opgekomen schrik en gaan naarstig, zij het eerder gecontroleerd verder. Het is toch een beleving om iets later met een rugzak van 15kg op een hangbrug te stappen niet nalatend de rivier onder ons te volgen. De brug is ongeveer 40meter lang en hangt zo een 30m boven het kabbelend riviertje te bengelen al is dat moeilijk in te schatten. De GR20 gids leert ons dat ze volgende afmetingen bezit; 31m lang en 15m hoog. De brug is voorzien van metalen roosters van 1meter op 30cm welke elkaar opvolgen met een tussen ruimte van 20cm. De stalen kabels voelen stevig aan al heb je toch het gevoel dat je zweeft. Eens de overkant bereikt zien we na 20 minuten stappen de refuge aan onze linkerzijde. Ze is voorzien van een terras met tafels en Zweedse banken. Minpunt is dat er geen elektriciteit is alsook geen stromend water. Zoals steeds is een gesprek aanknopen met medewandelaars geen enkel probleem zodat we op de hoogte worden gebracht dat de waterbron zich ….aan de hangbrug bevind!!!! Voor het eerst dit jaar worden we geconfronteerd met 14 collega’s wat zich vertaald in aanschuiven voor het enkele gasvuur dat werkt en het bemachtigen van een matras. Ik voel me ietwat lastig daar we de voorbije dagen in alle rust ons soepje en eten konden klaarmaken en we in alle privacy konden doen en laten. We hadden vorig jaar iets soortgelijks in refuge Tighiettu waar niet minder dan 19personen aanwezig waren. Zeker de voorbije dagen indachtig, waar we bijna steeds alleen vertoefden, is dit een groot verschil. We spelen wat kaart en verbroederen met een Brussels koppel. We gaan slapen rond 22u.

Dag 6

12/10/2006, 06u50

De eerste petz-lampen verlichten het slaapgedeelte rond 06u30. Wij blijven wat slaapdronken liggen om een kleine 20tal minuten later onze droomwereld voor bekeken te houden. Het is nog donker buiten al zie je dat er geen wolkje te bespeuren valt. We hebben beiden heel slecht geslapen daar er de voorbije nacht wel steeds iemand uit zijn bed moest voor de nodige sanitaire verplichting. Na de traditionele chocolade melk en ontbijtkoekjes binden we rond 07u40 onze schoenen aan en starten onder een al stralende hemel onze voorlaatste tocht. Die brengt ons van refuge de Cannozzu naar refuge de L’ortu de u Piobbu welke op 1528meter ligt. Het beloofd een zware etappe te worden daar de GR20-gids spraak maakt van 6uur stappen. Onze ervaring leert ons dat die gids voor profatleten is opgesteld en we er zeker 1uur extra aan mogen toevoegen. Na een steile beklimming tussen bomen en struiken verschijnen er steeds meer rotsen. We stijgen tot 2100meter en worden (alweer) beloond met schitterende vergezichten. Over de bergkam kruipend en uithijgend, zien we de baai van Calvi welke baad in het stralende strogele zonlicht. Het doet ons beiden beseffen dat ons eind punt bijna bereikt is. In de schaduw van een kolos uit grijze steen zien we één enkele randoneur rustend tegen zijn rugzak. Hij verteld ons dat het voor ons enkel nog dalen is. Hij komt van Zuid-Afrika en reist alleen. Na 30minuten dalen, ontdekken we wat we al langer wisten in de stappers wereld. Hier worden geen tonijnen gevangen van 3meter maar 2uur stappen wordt stoer naar 1uur teruggeschroefd en dalen wordt verward met stijgen. Dit stappers Latijn leer je wel relativeren vooral als je plots de berg ziet opdoemen die wij nog over moeten. We hadden al een steile klim naar 2100meter achter de kiezen om daarna te dalen naar 1680meter op 30minuten. Ik hoor een stem van vorig jaar door mijn geest dwarrelen. Luidop vertaal ik tegen Ivan: “ik versta niet waarom we eerst moeten dalen om dan weer te stijgen!!” een schatterlach van jewelste dreunt tegen mijn rechter trommelvlies gevolgd door “Dirk jongen, je had er moeten bijzijn!”.

We schatten samen in dat we voor een reus van jewelste staan en het klimmen lastig zal verlopen daar er veel losse kiezels het stappen moeilijk maakt. Uitgeput komen we een 35tal minuten later boven. Ivan zijn polscomputer leert ons dat we ons op 2035meter bevinden. Tjonge jonge, het voorbij labeur van de afgelopen dagen in onze benen kan ik je gerust vertellen dat het een echte kuitenbijter is. In ongeveer 35minuten 355meter stijgen en dit na al 5u30 te hebben gestapt….

We vullen onze lichamelijke brandstoftank en zien op de kaart dat het nu nog enkel dalen zal zijn J. Rond 14u20 zien we aan onze linkerzijde de refuge liggen op een weidse vlakte. We duiken een bos in om zo, in een grote lus, na 30minuten onze rugzak op een vrije matras te gooien. Er zijn 4mensen aanwezig die verse champignons aan het kuisen zijn. Een klein transistortje zorgt voor wat commerciële muziek en de bij de mannen staande pinten bier doen ons eventjes de lippen droog likken. Het zijn Corsicanen die op weekend zijn en die allerlei lekkers bij zich hebben.

Je kunt je niet voorstellen hoe je likkebaardt bij het zien van bier, chocolade en snoep. We houden ons sterk al had ik een, zij het kleine, drang om één van hen te beroven van al dat lekkers. Het is aangenaam warm en de refuge is de beste wat we al gezien hebben. Centraal een goed uitgeruste keuken met stromend water, afwas bak, bestek, borden en tassen. Een ruime tafel met tafelkleed en stoelen vrolijken de boel op. Er liggen leesboeken en kaartspelen ter beschikking. Recht en links van de gescheiden keuken liggen twee slaapvertrekken met een 10tal matrassen elk. Er is elektriciteit en de muziek zorgt voor een vakantie gevoel. We zijn diep geweest vandaag en vragen ons beiden af, terwijl voor het eerst de mist in de bergen ten tonele komt, of het Brussels koppel dit kan overleven. We maken ons een soepje en verbroederen met de Corsicanen. Na een spelletje uno begeven we ons buiten om vast te stellen dat de mist reeds het hele gebergte heeft omsluiert. Het voelt koud en nat aan en we beseffen dat het weer wel eens zou kunnen omslaan zodat we morgen mss in de regen onze laatste dag moeten aanvangen. Om 17u10 in het donker en in de mist komt het Brussels koppel met een ‘glimlach’ aan. Ze hadden veel pauze genomen onder de middag was hun uitleg het stappers- Latijn niet schuwend. Tijdens het eten leren we een eerder toegekomen Engelsman kennen die deze streek al 20jaar bewandeld. Een nightcap van zijn fles whisky doet ons voor de voorlaatste keer in de slaapzakken kruipen. Om 22u30 sluiten we de ogen

Dag 7

13/10/2006, 07u30

Ivan heeft al warme choco gemaakt als ik slaapdronken goede morgen zeg. De zon doet haar best om door de wolken te priemen. De laatste etappe van refuge l’orte de u Piobu naar Calenzana of een hoogte verschil overbruggen van 1320meter zij het in dalende lijn. J

Rond 08u10 vertrekken we met de zon op onze snoet. De nacht heeft de mist opgevreten en de zon doet de resterende slierten verdwijnen als ……een dief voor een agent(haha geen sneeuw voor de zon dat zie je van hier). Het is een aangename tocht tussen sparrenbossen en rotsen. Hoe langer we stappen hoe minder rotsen we voor de kiezen krijgen gegooid. Tussen bomen en rotsen zien we een paar koeien en een kudde mekkerende berggeiten. Slingerend dalen we in een snel tempo verder af tot Ivan plots zegt “Hier rusten we en nemen we een foto”. Voor ons zien we de baai van Calvi schitteren. Als een regisseur beveelt Ivan mij om mijn rugzak op een welbepaalde plaats neer te zetten en zelf plaats te nemen op een kleine steenmassa. Hij plaats de camera iets verder op en drukt op een toets waarna hij snel naast mij komt zitten. We kijken beiden naar de horizon tot plots een klik bevestigt dat we op de foto staan. Hij haalt fier de GR20 gids boven en laat mij een foto zien van twee wandelaars die uitrusten op een kleine rots met de baai van Calvi op de achtergrond en twee rugzakken die lukraak zijn neergelegd.

Rond 13u komen we in Calenzana aan waar we moe maar voldaan elkaar vastnemen en elkaar proficiat wensen. We houden halt in een cafeetje “bar GR20”. Onder een stralend zonnetje nuttigen we een frisse cola en eten we een broodje kaas-hesp. We bestellen een taxi naar Calvi en een uurtje later betalen we 25euro aan de chauffeur. Calvi is een mondain stadje aan de zee. Rondvraag leert ons dat overnachten hier een dure aangelegenheid is. Het goedkoopste hotel blijkt 80euro te vragen per persoon. Na wat rond te vragen bestellen we in Auberge de jeunesse die net buiten Calvi ligt een kamer met ontbijt en betalen er 30euro/persoon voor. Bij aankomst komt een heel lieve vrouw van rond de 60 ons tegemoet. Je ziet direct dat dit hier een heel familiaal gebeuren is. We hebben 2x geluk daar haar man morgen vroeg naar de haven van Calvi moet om te gaan vissen op zee, onze gratis taxi naar Calvi is een feit.

’s Avonds gaan we in het stadje iets gaan eten en worden verwend voor 25euro per persoon, wijn inclusief. We gaan slapen rond 23u30